Het gieten van agarplaten
Agarplaten zijn nodig voor vaste voedingsbodems waarop uit 1 bacterie 1 kolonie ontstaat. Een agarplaat is een petrischaal, rond laag, plastic schaaltje waarin een agarhoudende voedingsbodem is gegoten en daarna gestold. Uitgangspunt voor:
Voorbereiding, temperatuur
Na het maken van een voedingsbodem waarin ook agar zit wordt de voedingsbodem gesteriliseerd en na afloop afgekoeld tot
55° C.
Lager kan niet , want dan wordt de voedingsbodem een gel.
Deze gel wordt pas weer vloeibaar bij koken, dus let op dat het niet onder de 55 °C komt. Dan is gieten niet meer mogelijk en opwarmen gaat ten koste van de planning en de kwaliteit.
Te warm gieten is ook niet goed:
Er ontstaat na heet gieten heel veel condens, met als nadelen:
- concentratie ingredienten klopt niet meer
- te weinig water remt veel micro-organisme
- bij mengplaten zal de te hete agar de te tellen bacterien doden
Het gieten
Om besmetting van de voedingsbodem te voorkomen moet bij de vlam gewerkt worden, zie filmpje. Leg de deksel niet op tafel en houd de dop / prop van de fles in je pink.
Drogen van de platen
Strijkplaten, stempelplaten en platen voor reincultuur kunnen zelfs bij handwarm gieten niet direct gebruikt worden. Na gieten is er onzichtbaar laagje water op de plaat aanwezig. Komt hier een bacterie op dan kan deze over de plaat bewegen zodat geen losse kolonies ontstaan maar een vliesje over de hele plaat.
Daarom moeten platen gedroogd worden:
- Dat kan door ze een dag voor gebruikt te maken, ze drogen dan aan de vanzelf aan de lucht
- Ze voor direct gebruik eerst een half uur in een LAF kast (laminar air flow kast) aan steriele lucht te drogen
Zie verder:
het maken van een voedingsbodem
steriliseren met autoclaaf en droogsterilisator